Op schoolreis zonder bus

De plek die ik tot nu toe slechts zijdelings heb genoemd is het Asingapark, Ulrums’ ziel en zaligheid. In het kader van project 2034 is er door de werkgroep Samen voor Ulrum uitgebreid geïnventariseerd en geschetst.

Samengevat in het boekje ‘van behouden wat vergaat tot Groningen naar Ulrum brengen’ concludeer ik:
1) oudere Ulrummers laven zich aan de tijd dat het een bijzondere tuin was, ooit een heuse borg en de trots van de streek.
2) voor jongere Ulrummers is het een handige hangplek (er komt geen kip, ze kunnen zich er ongestoord vervelen) en
3) de jongste inwonertjes zien een gedroomde kinderboerderij en/of voetbalveld van olympische afmetingen.

Wat ik lees komt op me over als een enorme hoeveelheid opgekropte energie. Het voelt als… als… schoolreis-dag! Iedereen heeft de haartjes gekamd, veters gestrikt, jas dichtgeknoopt en voor de derde keer geplast. Fris en fruitig staan alle dorpelingen stuiterend van spanning bij de halte, in afwachting van de tourbus.

Bushalte, bus 65

Die bus die komt niet. Het lijkt erop dat het felbegeerde reisje niet doorgaat. Een voor een druipen de mensen af. Hoofden gebogen, voeten sjokkend, de rugtas met lunchpakketje slepend over de stoep. Ho ho ho eens even! Lieve enthousiaste daadkrachtige Ulrummers, als die vermaledijde bus niet komt gaan we toch zeker niet bij de pakken neerzitten. Nee-hee. Wij zijn Ulrummers, wij maken ons eigen feestje! “Ja-la-la-la-la-la-la-la en we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog la….

stamm

Hebbes!

Ik onderbreek u even. Terug naar de vraag die aan elke DeelnUlrum-gast gesteld wordt: wat kom je in Ulrum doen/wat kun je voor Ulrum betekenen?
Het zoeken naar een antwoord op die vraag heeft me de hele week parten gespeeld: “Ik kan niet vertrekken zonder iets te hebben bijgedragen. Ik ben weliswaar te gast maar het is toch zeker geen vakantie.” En dan ineens… in de trein terug naar Den Haag heb ik mijn Eureka-momentje: de dorpsboerderij!

stichtingGroenkracht_delft2

In één soepele beweging vloeit alles wat ik aan informatie en eigen ondervinding heb meegekregen samen: het aanstaande vertrek van de SPAR, een leeg bedrijventerrein, gebrek aan werkgelegenheid, behoefte aan horeca, verdwijnende voorzieningen, de generatiekloof, stapels vrijwilligers, toegewijde werkgroepers en projecttrekkers, afwezigheid van nieuwe aanwas, de manege die moet verkassen, trots op wat Ulrum was, is en kan zijn, schoolkinderen die willen moestuinieren, meer doeners dan dromers, een dorp vol plannen en ideeën die – eerlijk is eerlijk – nog een beetje als los zand aan elkaar hangen. De dorpsboerderij wordt de verbinding tussen die zandkorreltjes. Voeg er het pareltje uit het Waterloop-plan aan toe* en er ontstaat krachtige klei.

Groningse klei

Hoe wat waar wie?

In eerste aanleg denk ik als locatie het bedrijventerrein. Daar is immers loze grond in overvloed. Aan de buitenzijde van de buitensingel zie ik een weiland vol zonnepanelen en een bescheiden windmolen. Aan de dorpszijde krijgt de manege een nieuwe plek met daarnaast een zee van wuivende graanhalmen. Makkelijk bereikbaar ook voor auto’s met paardentrailers… kortom, het lijkt me een prima locatie. Toch knaagt er iets. Paardrijden en graan verbouwen vraagt om die hoeveelheid ruimte, maar als de dorpsboerderij de pit van de dorpskern wil zijn is een centralere ligging vele malen beter.

Eureka in het kwadraat! Het Asingapark. Natuurlijk. De lagere school grenst aan het park en zoekt verbinding, er is water (uit de put?), de vroegere borg komt terug in de vorm van een bescheiden hoeve en belangrijkst van allemaal: heel Ulrum houdt van het park en het is midden in het dorp.

buurtmoestuinrdam

Borg wordt lusthof

Voor mijn geestesoog zie ik het verschijnen: een vriendelijk niet overdreven groot gebouw, organisch gevormd, opgetrokken uit strobalen wellicht. Ronde raampjes mogen niet ontbreken. Naast plek voor het boerengerei biedt het gebouw ruimte aan een keuken, toiletten en een zonnige serre (horeca) die uitkijkt op een bloementuin in U-vorm naar de plattegrond van de borg.

j_10._wijktuin_de_esch

Ik zie – biologisch – een geit en kippen, varkens, een koe of twee en wat schapen. Denk aan zeldzame rassen zoals de Groninger Meeuw, de Nederlandse Landgeit. Ik zie een boomgaard met verloren gewaande appelrassen en perelaars, pruimen zelfs. Een notenboom en struiken vol hazelnoten. In de moestuinen – ook schooltuintjes – ruik ik aardbeien, frambozen, kruisbessen, aalbessen. Er groeien wortels, prei, ui, boerenkool, spruiten, schorseneren, postelein, venkel, slaboontjes en artisjokken. Kruidentuintjes met peterselie, kervel, bonenkruid, basilicum, selderij. Ik zie lathyrus, dahlia’s, gladiolen, afrikaantjes, viooltjes, geurende rozen. Een kas voor tomaten en paprika’s. Champignons doen het uitstekend op paardenmest (de manege). Ik hoor bijen zoemen, ze vliegen af en aan. Insecten, vogels, egels en ja, ook muizen en spinnen. Ze horen er allemaal bij in een gezonde natuurlijke omgeving.

Delen is vermeerderen

Ulrum hoeft het wiel niet uit te vinden. Anderen gingen u voor. Ga op excursie, kijk en leer van hun missers en hun successen. Voorbeelden zijn er genoeg:

  • Apeldoorn: de A (duurzame energie coöperatie)
  • Bellingwedde-Vlagtwedde: Cittaslow (leven in het tempo van de mens)
  • Nijmegen: boer koekoek (deelgenoten moestuin)
  • Nijmegen: Iewan (strobouw, zelf bouwen met een corporatie)
  • Olst: Aardehuis (autobanden en strobouw, socratische besluitvorming).
  • Winsum: Kleikracht (biologisch melkveebedrijf)
  • Houwerzijl: Theefabriek (horeca-onderneming)
  • Verhildersum: landgoed borg Verhildersum (boerderij, horeca, alles)

Deel het hele project op in fasen en ga er mee de boer op. Geef het een eigen website en roeptoeter dat hulp welkom is, vrijwilligers die willen leren hoe ze een boerderij moeten beginnen kunnen dat in Ulrum in de praktijk ontdekken. Laat de wereld meebouwen. Het voorkomt aardappelmoeheid in de eigen gelederen, het vergroot de kans van slagen en levert bovendien een netwerk op van ambassadeurs.

Maak contact met de boeren in de omgeving – leer van elkaar – en voorkom daarmee scheve gezichten. De intentie is om elkaars aanvulling te zijn: hoe meer mensen de weg naar Ulrum weten te vinden, hoe groter de afzetmarkt voor álle ondernemers.

boer koekoek open dag tafel

Een plaats voor iedereen, alles en nog veel meer

De dorpsboerderij is veel meer dan producent van eigen gekweekt voedsel. Voor jonge Ulrummers kan het maatschappelijke stage zijn of een leerbedrijf (werkgelegenheid). De boerderij kan ruimte bieden voor mensen met een beperking. Ulrummers die hun roeping gemist hebben kunnen die alsnog vervullen: ga imkeren, leer kaasmaken of ijs, wees trendy en ga bier brouwen (Neptunus!). School je om tot dierenarts, slager of bakker (de centrale bakkerij herleeft), doe creatief met vilt (schapenwol) of brei sokken (ulrums). Ook voor techneuten is er plaats: zonnepanelen, windmolens en gebouwen vragen technische kennis en onderhoud. Zelfs voor a-technische Ulrummers zonder groene vingers biedt de dorpsboerderij kansen op het gebied van administratie zoals boekhouding en allerhande papierwerk.

Wat te doen met een plotselinge overdaad aan pruimen of winterwortelen? Wecken natuurlijk! Ik zie potten vol jam, honing, compote. Welke Ulrummer heeft het mooiste handschrift? Er zijn etiketten nodig en van die geruite katoenen lapjes over de jampotdeksels. Er kan een heel nieuwe moderne variant van huisvlijt ontstaan waar toeristen dol op zijn (en grif voor betalen). Zo ontstaat er voor elke generatie Ulrummers eigen leuk, zinvol werk of hobby waar de hele gemeenschap profijt van heeft.

moeskers moes, door clarien moeskers

de smaak van ulrum

Na gedane arbeid

Werken op het land maakt hongerig en wat is er lekkerder dan een bord vol zelfverbouwde groente. Koken wordt een feestje: de smaak van Ulrum komt via deze omweg misschien alsnog terecht in het waardevolle idee van dat kookboek.

wilgententje

boekje Asingapark, borgtocht

handvol bonen

Van Ulrum voor Ulrum

De naam dorpsboerderij is door mij niet zomaar gekozen. Wat ik ermee bedoel dat de boerderij eigendom is van het dorp en alle mensen in het dorp. Elke Ulrummer is welkom om er te zaaien, te planten, te schoffelen en te oogsten. Iedereen groeit met elkaar en voor elkaar. DeelnUlrum ultima forma. Dit is mijn gift aan de Ulrummers, mooier dan dit schoolreisje kan ik het niet maken: een borgtocht naar uw eigen dorpsboerderij in Ulrums’ eigen Asingapark.

moestuin moormannen

Rest mij nog één aansporing: “Kom op Ulrummers geef uzelve een schop onder de kont en steek die riek in de grond!”

groenLAB_FLYER bijeenkomst 21 april 2015

*Het pareltje uit het plan Waterloop is – hoe kan het anders – de natte verbinding van Verhildersum-Leens-Ulrum-Zoutkamp door het Hunsingokanaal. Het voorgestelde dorpsvriendelijk-moderne jachthaventje aan de Louten zullen vaartoeristen beslist weten te waarderen. Maak er douche- en wasgelegenheid bij, knap de camping een beetje op (minder is meer) en klaar is Klaas.

Wordt vervolgd.

3 Responses to “Op schoolreis zonder bus”

  1. Remco
    april 16, 2015 at 7:28 pm #

    Voordat het Asingapark werd aangelegd, waren er moestuintjes op het terrein… Mijn vader had er een perceeltje.

    Maar laat dat park toch lekker liggen – beetje bijsnoeien en er valt best te wandelen of (voor de jongelui) rond te hangen. Bomen zijn ook belangrijk! Misschien perceeltjes ertegenaan, waar het bejaardentehuis lag? Of toch maar wel op het braakliggende ‘bedrijventerrein’?

    Een aantal kleine, fijne stukjes? Zo’n hoeve met geiten, kippen en knollen – is daar nou wel de animo voor? Misschien liever wat liefde steken in het hertenkamp dat we hebben?

  2. Aletta
    april 16, 2015 at 9:32 pm #

    Mooi idee. Moestuinen zijn denk ik erg leuk en leerzaam voor de kids mits er genoeg vrijwilligers zijn die het onderhoud blijven doen.. Ik ben het met Remco eens. Laten we wat aandacht besteden aan het hertenkamp en doe daar wat leuks mee. Maak het wat toegankelijker.
    Ik vind het heerlijk om met m’n dochter (3) door het park te lopen. Langs het water, over het gras. Gezellig bloemetjes plukken in alle rust.
    Wat mij een doorn in het oog is; het “borg”gedeelte. Laten we dat lekker kortwieken op kniehoogte zodat de jeugd er niet meer “verscholen” kan zitten. De stenen weer netjes leggen met wat cementzand ertussen. Dan halen ze die er niet meer zo makkelijk uit. 🙂

  3. Juliette ter Voorde
    april 16, 2015 at 9:35 pm #

    ik vind dit wel een super TOP idee!!! Zou dat niet net als het lotuspark te realiseren zijn??

Leave a Reply to Aletta